Terwijl de wereld Holocaust Memorial Day herdenkt, herdenken we het cruciale moment op 27 januari 1945, toen het Rode Leger Auschwitz bevrijdde en ongeveer 7.000 gevangenen, waaronder honderden kinderen, bevrijdde van de verschrikkingen van een van de donkerste hoofdstukken van de geschiedenis.
De poort van het voormalige kamp Auschwitz -auteur A. Kloosterman
De bevrijding van Auschwitz door het Rode Leger markeerde een cruciaal punt in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en bracht de verschrikkingen aan het licht waarmee gevangenen in een van de meest beruchte concentratiekampen te maken kregen.
Toen het Rode Leger naderde, hadden de Duitsers een massale evacuatie geïnitieerd, wat leidde tot de zogenaamde ‘dodenmarsen’. Ongeveer 65.000 gevangenen, waaronder Polen, Russen en Tsjechen, werden medio januari 1945 gedwongen het kamp te verlaten.
Ter voorbereiding op de komst van de Sovjet-Unie probeerden de Duitsers het bewijs van hun wreedheden uit te wissen. Ze vernietigden documenten, ontmantelden crematoria en begroeven bewijsmateriaal van massamoorden. Uit historische verslagen blijkt dat het bevel om Auschwitz te bezetten werd uitgevaardigd aan het 60e Leger van het Eerste Oekraïense Front, dat vanuit Kraków oprukte naar GórnySlaśki. Op 26 januari stak het Rode Leger de rivier de Vistula over en de volgende dag hadden ze Auschwitz I en II-Birkenau bevrijd en het Duitse verzet overwonnen.
De bevrijding leidde tot het overleven van ongeveer 7.000 gevangenen in Auschwitz en zijn subkampen. De weg naar de bevrijding werd echter gekenmerkt door aanzienlijke verliezen, waarbij 231 soldaten van het Rode Leger omkwamen.
Auschwitz, aanvankelijk in 1940 opgericht om Polen gevangen te zetten en later uitgebreid met de uitroeiing van joden en anderen, werd een symbool van de verschrikkingen van de Holocaust. De bevrijding van het kamp was een cruciale stap in het onthullen van de omvang van de genocide die daar werd gepleegd en die tijdens zijn bijna vijfjarige bestaan zo’n 1,1 miljoen slachtoffers eiste op een totaal van 1,3 miljoen gevangenen. Ongeveer 90% van hen waren joden, afkomstig uit heel Europa. Minstens 70.000 Polen, 20.000 Roma, 15.000 Sovjet-krijgsgevangenen en 10.000 tot 15.000 gevangenen van andere nationaliteiten stierven ook in het kamp.
Bron: PAP, Polskie Radio English