Een beslissing van de Poolse hoogste rechtbank verbrak dinsdag een uitspraak van het Hooggerechtshof die oordeelde dat de president een voormalige anticorruptie agentschapchef voortijdig gratie had gegeven.
Het Constitutionele Tribunaal zei dinsdag dat de president iemand gratie kan geven terwijl een rechtszaak nog steeds openstaat, en dat het pardon betekent dat een gerechtelijke procedure tegen die persoon gesloten is.
“Het pardon is het voorrecht van de president en de president hoeft in dat geval met niemand te overleggen”, zei Grzegorz Jędrejek, rechter in het grondwettelijk hof.
Maar één van de andere rechters van het hof, Leon Kieres, was het daar niet mee eens.
De uitspraak van het Constitutionele Tribunaal komt weken nadat het Poolse Hooggerechtshof zei dat de voormalige anti corruptie chef Mariusz Kamiński voortijdig gratie werd verleend omdat zijn gevangenisstraf nog steeds werd aangevochten.
In 2013 werd parlementslid Kamiński, wet en gerechtigheid (PiS) – die in 2006 en 2009 hoofd was van het bureau voor corruptiebestrijding van Polen – schuldig bevonden aan het overschrijden van zijn bevoegdheden.
Hij werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf en kreeg tien jaar lang geen toegang tot het openbaar ambt.
De Poolse president Andrzej Duda gaf Kamiński in 2015 gratie, hoewel hij toen nog steeds zijn definitieve vonnis bestreed. De zaak tegen Kamiński werd toen beëindigd.
Een rechter van het Hooggerechtshof zei dat de president zich had bemoeid met het juridische proces omdat Kamiński niet onschuldig of schuldig was bevonden toen hij gratie kreeg, waardoor een toekomstige uitspraak overbodig werd.
De rechter zei dat de president iemand pas gratie kan geven na een laatste beroep is gehoord “omdat hij zich dan niet bemoeit met de rechterlijke macht”.
Kamiński werd schuldig bevonden aan het overschrijden van zijn bevoegdheden in het onderzoek van het Centraal Bureau voor corruptiebestrijding van het zogenaamde landschandaal in 2007.
Het bureau voor corruptiebestrijding voerde naar verluidt een steekproef operatie uit waarbij steekpenningen werden betaald voor de verandering van landbouwgrond in woonwijken, wat er toe leidde dat de toenmalige vice-premier Andrzej Lepper werd ontslagen en de ineenstorting van de coalitieregering van die tijd plaatsvondt.
Duda’s beslissing om Kamiński gratie te verlenen terwijl zijn zaak nog steeds bezig was, was ongekend.
In 2015 zei Duda dat mensen die tegen corruptie gevochten hadden een speciale bescherming verdienden.
Source: PAP, IAR, The News.pl (English version)