Groot Brittannië en Duitsland hebben mede NAVO lid Polen gevolgd in het naar buiten komen met een afwijzing van militaire betrokkenheid in Syrië.
In tegenstelling tot Minister-president Donald Tusk – die op woensdag verklaarde dat de Poolse regering dacht, dat een militaire reactie op de vermeende aanval met chemische wapens in de buurt van Damascus vorige week <“niet het gewenste effect zou hebben,” zonder de kwestie aan het Parlement voor te leggen – bracht de Britse minister president David Cameron de kwestie op donderdagavond tot een stemming onder de parlementsleden in het House of Commons.
Dertig parlementsleden van Cameron’s eigen conservatieve partij stemde mee met de oppositie Labour partij in het verslaan van een motie die, in principe, een militaire interventie in Syrië zou hebben gesteund.
”Ik begrijp het diepe scepticisme dat veel van mijn collega’s in Parlement, en vele leden van het publiek hebben, over de Britse militaire betrokkenheid in Syrië,” vertelden de VK’s minister van financiën de BBC op vrijdagochtend.
“Ik hoop dat dit niet uitgegroeid tot een moment waarop we onze rug toekeren naar alle problemen van de wereld,” voegde hij eraan toe.
De Poolse minister van buitenlandse zaken Radołsaw Sikorski zei over de stemming in the House of Commons dat “de internationale gemeenschap dient te worden overtuigd van de kwaliteit van het bewijs verzameld door de VN inspecteurs”.
Sikorski vertelde de TVP omroep dat hij deze week de kwestie met EU buitenlands beleid chef Catherine Ashton geraadpleegd heeft, evenals met de ministers van buitenlandse zaken van Duitsland, Frankrijk, Zweden, Denemarken en Italië, alsook de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry.
Ondertussen, heeft de Duitse minister van buitenlandse zaken Guido Westerwelle de krant Neue Osnabruecker Zeitung verteld dat militaire actie in Syrië “noch is gevraagd, noch is door ons wordt overwogen”.
“We voeren druk uit op de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om een gemeenschappelijke positie te vinden en dat het werk van de VN inspecteurs zo spoedig mogelijk moeten worden afgewerkt,” meldt expatica.com zoals de minister zeggend.
Opiniepeilingen in het Verenigd Koninkrijk tonen aan dat slechts ongeveer 10 procent de militaire aanvallen zou steunen en in Duitsland, vond de Forschungsgruppe Wahlen peilingen groep, dat 58 procent van de respondenten tegen een militaire actie in Syrië zijn.
In Polen, toonde een opiniepeiling door het Homo Homini Instituut dat slechts 15 procent van de Polen een militaire actie zouden steunen.
Coalitie van de bereidwilligen
Voormalig president van Polen, Lech Wałęsa vertelde de Poolse Radio vanochtend dat “de Verenigde Staten dreigt haar politieke leidersrol in de wereld te verliezen als het met de militaire actie doorgaat”.
Eerder deze week, zei minister president Tuskt “Wij hebben ervaring in dit deel van de wereld, waaruit blijkt dat militaire interventie, zelfs uit de meest voor de hand liggende en nobele motieven, zelden het gewenste effect produceert.”
De Amerikaanse minister van Defensie Chuck Hagel heeft echter gezegd dat Washington zou blijven zoeken naar een ‘coalitie van bereidwilligen’ onder de bondgenoten voor een militaire actie tegen het regime van President Assad in Damascus.
President Hollande van Frankrijk heeft de krant Le Monde verteld dat de VK stemming geen verschil uitmaakte tot zijn steun voor actie tegen de Syrische regering.
“Elk land is soeverein om deel te nemen of niet in een operatie. Dat geldt voor Groot-Brittannië als voor Frankrijk,” zei hij, toevoegend dat hij geen antwoord uitsloot op de vermoedelijke chemische aanval, die honderden Syriërs doodde in een buitenwijk van Damuscus.
Een ander NAVO-lid, Turkije, heeft ook gezegd dat het een militaire actie zou steunen.
VNdeskundigen zullen later op vrijdag hun werk voltooien, onderzoekend of een chemische aanval plaatsvond, en zullen in het weekend hun voorlopige bevindingen aan VN secretaris-generaal Ban Ki-moon geven.
Meer dan 100.000 mensen zijn naar schatting zijn gedood sinds de Syrische burgeroorlog in maart 2011 begon, die heeft geleid tot ten minste 1,7 miljoen vluchtelingen.
